-
1 vastzetten
1 [vast doen staan] fixer2 [geldwezen] déposer3 [in de gevangenis zetten] mettre en prison4 [klempraten] coincer♦voorbeelden:zich in het geheugen vastzetten • se graver dans la mémoire2 geld op iemand vastzetten • placer de l'argent au profit de qn. -
2 vastzetten
2 [geldwezen] tie/lock up ⇒ settle (on)3 [in de gevangenis zetten] lock up ⇒ put in prison/behind bars4 [schaaksport, damsport] block up (the position of)5 → link=vastpraten vastpraten♦voorbeelden: -
3 vastzetten
пришить; поместить, дать в рост; запереть; сажать; прилипнуть, налипнуть; отложиться; застрять* * *гл.общ. прикреплять, ставить в затруднительное положение, сажать (а тюрьму), помещать (деньги; op iem. vastwerken на чьё-л. имя), закреплять, укреплять -
4 vastzetten
v. fasten, secure, fix, set firmly -
5 vastzetten
• to confine• to lock -
6 vastzetten
1) blockera2) avspärra3) block4) kvarter5) klots -
7 vastzetten
se mettre en travers -
8 een deur met een wig vastzetten
een deur met een wig vastzettenDeens-Russisch woordenboek > een deur met een wig vastzetten
-
9 een steen met cement vastzetten
een steen met cement vastzettenDeens-Russisch woordenboek > een steen met cement vastzetten
-
10 geld op iemand vastzetten
geld op iemand vastzettenplacer de l'argent au profit de qn. -
11 iets met een spie vastzetten
iets met een spie vastzettencaler qc. -
12 zich in het geheugen vastzetten
zich in het geheugen vastzettenDeens-Russisch woordenboek > zich in het geheugen vastzetten
-
13 daarmee kun je het vastzetten
daarmee kun je het vastzettenyou can fasten it with that/thoseVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > daarmee kun je het vastzetten
-
14 geld op iemand vastzetten
geld op iemand vastzettenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > geld op iemand vastzetten
-
15 zich in het geheugen vastzetten
zich in het geheugen vastzettenbecome planted/fixed in the memoryVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich in het geheugen vastzetten
-
16 закреплять
-
17 помещать
v -
18 прикреплять
vgener. aanzetten, hechten, vastzetten, aanhechten, aanlassen, aanslaan, bevestigen, vasthechten, vastklemmen, vastleggen, vastmaken -
19 сажать
vgener. (собаку на привязь) vastleggen, aanplanten, opsluiten, planten (растения), poten (растения), vastzetten (а тюрьму), zetten, aankweken, inplanten (растения), inschepen, neerzetten -
20 ставить в затруднительное положение
vgener. vastzettenDutch-russian dictionary > ставить в затруднительное положение
- 1
- 2